Vluchtroutes door de Pyreneeën
Naar schatting 80.000 mensen staken gedurende de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) de Pyreneeën over om te vluchten voor de nazi terreur die vanaf 1933 in Duitsland regeerde. De meeste waren Joden, maar er waren ook soldaten en geallieerde strijders bij, verzetsstrijders van verschillende nationaliteiten (Frans, Duits, Oostenrijks, Pools, Tsjechisch etc.) en vluchtelingen uit bezette landen. Ze zochten hun toevlucht voorbij de grenzen van het nazisme, aan de andere kant van de Pyreneeën. De meesten hadden Amerika of Palestina als eindbestemming, of Engeland voor de strijders. Maar de doorgang lag voor iedereen langs de grens met Frankrijk, door de Pyreneeën. Daarom werden er in Catalonië ontsnappingsnetwerken gecreëerd om deze vluchtelingen van de ene naar de andere kant van de grens te helpen. We reconstrueren deze episode die in ons eigen huis plaatsvond en invloed was op een groot aantal Europeanen: de doortocht van mensen die, op de vlucht voor het nationaal-socialisme, de Pyreneeën overstaken op zoek naar onderdak en, daarnaast, het reddingsnetwerk dat de vluchtelingen in Catalonië vonden.
Dit netwerk strekte zich uit van de grenspassen in de Pyreneeën tot aan de haven van Barcelona, of beter gezegd tot aan Madrid en zelfs Lissabon. Zo waren de gevolgen van de oorlog in de rest van Europa merkbaar in de stad: spionnen van de Nazi’s en de Britten, vluchtelingen op zoek naar officiële papieren om het land te kunnen verlaten, Poolse, Duitse en Franse joden of uit andere landen van het oosten, geallieerde vliegers, aanhangers van de Führer en de Duce die, medeplichtig aan Franco’s dictatuur, deze vluchtelingen achtervolgden. Dit zijn allemaal weinig bekende feiten in de brede casuïstiek van de Tweede Wereldoorlog.
De meerderheid werd gegidst door ervaren passanten als bekwame smokkelaars, republikeinse soldaten en maquis (Franse verzetsstrijders) die de bergen van de Pyreneeën op hun duimpje kenden. Veel van de vluchtroutes liepen door de stad Manresa, waar ze de trein namen om naar Barcelona te gaan en hun toevlucht zochten in de ambassades van de geallieerden en “safe houses”(onderduikadressen) in de Catalaanse hoofdstad. De inzet van deze gidsen was van vitaal belang om de levens van duizenden mensen te redden. Sommige van hen vroegen veel geld om dit werk te doen, anderen niet zoveel. Sommigen deden het zelfs uit idealistische motieven en vroegen er geen cent voor. Zij geloofden dat zodra de Nazi’s in Europa waren verslagen, Franco de volgende zou zijn om te vallen waardoor alles makkelijker zou worden.
De hulp van de gidsen voor de oversteek bracht ook risico’s met zich mee, omdat ze niet allemaal dezelfde morele ethische en morele principes hadden. Sommigen waren oplichters, dieven, moordenaars en criminelen die profiteerden van de Joden door ze te beroven (ze staken immers over met juwelen goud en veel geld op zak). Tot slot bleken sommigen vertrouwelingen van de Guàrdia Civil en de Gestapo die de vluchtroutes bewaakten. Veel Joden werden door hun gidsen vermoord om ontdekking van dit dubbelspel te voorkomen. Het was daarom noodzakelijk om heel goed op te passen met wie je ging en vooral niets te doen om vermoedens bij derden op te wekken. Het waren moeilijke jaren, waarin de mensen in de bergen op hun hoede waren. Overal waren immers informanten, mensen die verraadden en anderen aan de kaak stelden, waarbij geld een goede stimulans was in de zware naoorlogse tijden waarin er bijna niks te eten was. We zullen enkele getuigenissen uit de eerste hand de revue laten passeren.